“Ik hoop dat alle actoren op het gebied van landbouw, natuur, landschap en biodiversiteit op deze Werkplaats samenkomen.”

Blogs en artikelen

Op 30 mei vindt de derde Werkplaats Netwerk Platteland plaats. Het thema is dit keer ‘Groenblauwe diensten als verdienmodel’. LandschappenNL is medeorganisator van deze Werkplaats. LandschappenNL is als samenwerkingsverband van provinciale landschapsorganisaties pleitbezorger van het Nederlandse landschap. Hank Bartelink is directeur van LandschappenNL. Hank vertelt waarom het thema van deze Werkplaats de nodige aandacht verdient.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©LandschappenNL

Hank : “Tijdens deze Werkplaats staat de vraag centraal hoe we met de uitdagingen rondom biodiversiteit in het landelijk gebied een verdienmodel kunnen krijgen dat niet alleen de natuur en het landschap, maar ook het boerenbedrijf ten goede komt. Dat vraagt om kennis, dat vraagt om inzichten, maar dat vraagt zeer zeker ook om begrip voor elkaars belangen en standpunten. En, logisch, maar je zou het bijna vergeten dezer dagen: dat er interesse is in elkaars opvattingen en belangen.”

Verandering broodnodig

Volgens Hank is de manier waarop wij in Nederland ons voedsel produceren niet meer houdbaar. “De uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, het overmatige gebruik van pesticiden en kunstmest, de vervuiling van bodem, water en lucht: we ondervinden daar als maatschappij steeds meer hinder van. Het is hoog tijd voor boeren mèt de natuur in plaats van tégen de natuur. We moeten toegroeien naar een landbouw die in balans is met de draagkracht van de omgeving. Dat gaat niet zonder slag of stoot. We hebben boeren hard nodig voor onze voedselproductie (en meer). Tegelijkertijd vragen we van die boeren steeds meer. En dat zonder dat het, op voorhand, altijd duidelijk is dat er voor extra inspanningen betaald zal worden.”

“Tijdens deze Werkplaats staat de vraag centraal hoe we met de uitdagingen rondom biodiversiteit in het landelijk gebied een verdienmodel kunnen krijgen dat niet alleen de natuur en het landschap, maar ook het boerenbedrijf ten goede komt.”

Passende vergoeding    

 “Groenblauwe diensten zijn, uit het perspectief van de boer, relatief logische activiteiten om in te bouwen in de agrarische bedrijfsvoering. Anders dan activiteiten die (in de toekomst) onderdeel uit maken van ‘de landbouw van morgen’. Denk aan kortere ketens, minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen, hogere grondwaterstanden en die dus onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering, zijn groenblauwe diensten zaken die de boer organiseert in het kader van zijn of haar maatschappelijke dienstverlening. Daar moet dan ook een passende vergoeding tegenover staan, maar evengoed bedrijfszekerheid voor de langere termijn.
 

Vergroot afbeelding
Beeld: Michiel Wijnbergh

Zeker is dat groenblauwe diensten ook ‘dienstbaar’ zijn aan het agrarisch bedrijf: biodiversiteit is een productiefactor (zoals arbeid en kapitaal dat zijn), en zonder robuust streekeigen landschap geen optimale biodiversiteit. Maar dat zijn relaties die zich niet gemakkelijk laten kwantificeren, dus moet er een maatschappelijke tegenprestatie zijn voor activiteiten van boeren op dit gebied.” 

“We hebben boeren hard nodig voor onze voedselproductie (en meer). Tegelijkertijd vragen we van die boeren steeds meer. En dat zonder dat het, op voorhand, altijd duidelijk is dat er voor extra inspanningen betaald zal worden.”

Groenblauwe dooradering is cruciaal   

“Voor natuur en landschap is wat ons betreft de groenblauwe dooradering cruciaal. In Nederland is de afgelopen decennia (en zeker met de ruilverkavelingen) de hoeveelheid houtwallen, grienden, graften, geriefbosjes, beken en sloten excessief afgenomen. Ons landschap is verschraald en daarmee is het landelijk gebied onaantrekkelijker of zelfs onleefbaar geworden voor veel planten en dieren. Herstel van een deel van die oorspronkelijke groenblauwe dooradering zal resulteren in een rijkere natuur en een robuuster landschap. Dat is goed voor zowel de natuur, de mens, als voor de maatschappij. Groenblauwe diensten kunnen daar een essentiële bijdrage aan leveren.”
 

Vergroot afbeelding
Beeld: Christine Schipper

Een win-win situatie 

“Het is zaak ervoor te waken dat ‘landschap’ niet slechts de uitkomst is van allerlei zakelijke ruimtelijke afspraken, maar dat juist het belang van een robuust landschap wordt (h) erkend. Landschap als voorwaarde, in plaats van als resultaat. Dat vraagt bewustzijn en bewustwording; maar het vraagt ook om actieve inzet op landschapskwaliteit. En voor dat laatste zijn boeren onmisbaar. Niet alleen omdat ze grondeigenaar zijn, maar ook omdat boeren in principe in staat zijn aanleg, beheer en onderhoud van groenblauwe dooradering onderdeel te laten zijn van hun bedrijfsvoering. Omgekeerd biedt bemoeienis met de groenblauwe dooradering boeren de kans om als ‘landschapsbeheerder’ een deel van hun inkomen te generen. Win-win dus, voor boer en landschap.” 

“Het wordt hoog tijd dat de schop de grond in gaat. Dat vraagt om heldere regelingen, om concrete plannen, om betrouwbare en langjarige financiering. En daarvoor heb je mensen nodig die deel uit maken van de praktijk.”

Van theorie naar praktijk

Volgens Hank is er al veel papier gebruikt voor het maken van beleid en van plannen op dit gebied. “Het wordt hoog tijd dat de schop de grond in gaat. Dat vraagt om heldere regelingen, om concrete plannen, om betrouwbare en langjarige financiering. En daarvoor heb je mensen nodig die deel uit maken van de praktijk. Ik hoop daarom tijdens deze Werkplaats op een gemêleerd gezelschap, van boeren en andere bewoners van het platteland, op organisaties en lokale overheden, op adviseurs en onderzoekers: kortom, alle actoren op het gebied van landbouw, natuur, landschap en biodiversiteit.”