Bollenteelt en bodemvruchtbaarheid op zandgrond: een grote uitdaging

Bollentelers op de zandgronden hebben een flinke uitdaging om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden.

De afbraaksnelheid van organische stof is met meer dan 6 procent per jaar hoger dan op andere grondsoorten. Daarnaast is door het ontbreken van kleideeltjes het bindend vermogen voor mineralen laag. Dit zorgt ervoor dat te veel fosfaat naar het oppervlakte- en grondwater lekt.

Daarom is Delphy het POP3-innovatieproject Beter Organisch Bemesten (BOB) gestart. Interessant is dat gekoppeld hieraan ook POP-projecten in uitvoering zijn op het gebied van kennisverspreiding en fysieke investeringen.

3 Verschillende innovatiemaatregelen

POP3 kent drie verschillende soorten innovatie maatregelen. In de Bollenstreek is met elk van deze maatregelen een project gestart:

  1. Maatregel 7, Samenwerken voor Innovatie: Beter Organisch Bemesten (BOB). Ontwikkelen en toepassen van innovatieve maatregelen om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden.
  2. Maatregel 1, Kennisverspreiding: Bollentelers Water Wijs. Kennis over bewezen en inpasbare technieken (best practices) voor watermanagement en organische stofmanagement op zandgrond worden gedeeld met bollentelers.
  3. Maatregel 6, niet productieve investeringen: Bollentelers investeren in Beter Water. Aanleg van ca. 30 ha met ijzerzand omhulde drains. Dit is een kosteneffectieve methode om fosfaat weg te vangen voordat het de sloot in komt.

Aanleiding project Beter Organisch Bemesten

Cees Oele van Delphy is betrokken bij al deze projecten. Hij beantwoordt graag een aantal vragen. Het gesprek gaat vooral over het kennisontwikkelingsproject Beter Organisch Bemesten.

Wat is de aanleiding voor het project Beter Organisch Bemesten?
Er komen de afgelopen jaren veel vragen van bloembollentelers over verduurzaming van de teelt, vooral op het gebied van de bodem. Men ziet dat de bodem een belangrijke rol kan spelen bij het voorkomen van emissies. De aanleiding is eigenlijk het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) geweest. Daardoor kwam er ook een stuk urgentie bij.

Doel project

Wat is het doel van het project?
Met de huidige wetgeving kunnen telers onvoldoende organische stof aanvoeren om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden. Zeker op de zandgronden. We zijn aan de slag gegaan om dit te verbeteren door verschillende innovatieve maatregelen toe te passen.

Er zitten twee lijnen  in het project: de aanvoer van organische stof  maximaliseren en de afbraaksnelheid van organische stof minimaliseren. Bij het verhogen van het organische stofgehalte kijken we vooral naar reststromen uit de Bollenstreek. Belangrijk is dat die een zo laag mogelijk fosfaatgehalte heeft.

Samenwerking voor innovatie

Waar zit jouw enthousiasme voor het project?
Ik ben van oorsprong een bodem-man. Het sluit dus helemaal aan bij mijn interesse.

Hoe ervaar je het begeleiden van deze groep?
Ik probeer de begeleiding zoveel mogelijk te laten doen door de teeltadviseurs van Delphy, omdat die de beste relatie met de ondernemers hebben. Dit zijn in ons jargon de vrije actoren, die de groep bij elkaar houden. Verder hebben we ook een wetenschapper aan boord, die verantwoordelijk is voor de wetenschappelijke validatie.

Wat is de belangrijkste drive voor de bollentelers in dit project?
Ze maken zich zorgen over het voortbestaan van de bodemvruchtbaarheid. Ze mogen maar lage hoeveelheden fosfaat toedienen. De telers ervaren hierdoor dat de bodemvruchtbaarheid naar beneden gaat. Gezien de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water stellen de bollentelers zich de vraag hoe ze de emissies van met name fosfaat structureel kunnen voorkomen.

Ook het Waterschap is betrokken. Hoe loopt dat?
Heel goed. Het doel van het project sluit volledig aan bij de doelen van Waterschap Rijnland. De cofinanciering wordt ook door hen gedaan. Bij het schrijven van het projectvoorstel hebben we regelmatig met hen afgestemd en ze zijn bij de uitvoering betrokken. Het waterschap ziet het belang van een gezonde bollensector in de regio.

Samenhangende maatregelen

Jullie voeren voor de bollentelers drie projecten uit met drie verschillende POP3-maatregelen. Bevalt dit?
Dat is eigenlijk ook wel het mooie van POP3, dat je met meerdere type maatregelen het probleem te lijf kan gaan. De volgorde van de openstellingen kan wel wat beter. Dus eerst een openstelling voor kennisontwikkeling, dan kennisverspreiding en dan fysieke investeringen. Door telers direct te betrekken bij het onderzoek, zullen de resultaten sneller in de praktijk worden geïmplementeerd.

Bijdrage aan klimaatdoelen

Klopt het dat er in dit project meerdere doelen naar voren komen?
Doelen als klimaat, bodemvruchtbaarheid en klimaat komen inderdaad samen in dit project. Omdat ze allemaal met elkaar te maken hebben. We proberen dan ook die maatregelen te kiezen die bijdragen aan meerdere doelen. Het bekende 1+1=3 principe.

Naar de klimaatdoelen kijkend, wat is de bijdrage van BOB hieraan?
De bollentelers op de zandgronden moeten hard werken om het koolstofgehalte te verhogen. Elke tiende procent telt voor verbetering van de bodemvruchtbaarheid. De vastlegging van koolstof draagt ook bij aan het klimaat. Een jaarlijkse verhoging met 4 promille aan organische stof op alle landbouwgronden zou dan al kunnen leiden tot het halen van de klimaatdoelstellingen.

Kunnen jullie dat ook meetbaar maken?
Meten is heel belangrijk, dat blijkt ook uit de klimaattafels. En het interessante is dat wij echt meetmethoden met de praktijk aan het ontwikkelen zijn. We passen een nieuwe koolstof meetmethode in het gebied toe, die wordt gebruikt in de aardolie industrie. Gemeten wordt de “total organic carbon”.

Dus de koolstof die nog in de bodem zit. Met deze nieuwe methode kan onderscheid worden gemaakt tussen de labiele en de stabiele fracties. Hoe stabieler je fractie is des te langer de koolstof in de bodem zit.

Waar ben je nog meer trots op in dit project?
Dat is het gebruik van Biochar. Dit is een heel interessant product, dat veel koolstof kan vastleggen. Biochar is een houtskoolachtige stof, dat gemaakt wordt door organisch materiaal zonder zuurstof op hoge temperatuur te verbranden. Dit proces wordt pyrolyse genoemd.

Niet alle Biochar is goed. Als je het niet goed pyroliseert kunnen er PAK 's ontstaan. Dat is wel een risico. Volgens mij hebben we hier een mooie oplossing in handen.