Hoe wordt Nederland koploper Kringlooplandbouw

Onlangs zijn twee rapporten verschenen over kringlooplandbouw. De Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli) adviseert de minister van LNV om de komende jaren het Europese landbouwgeld in te zetten voor de transitie naar kringlooplandbouw.

Het is de bedoeling dat Nederland in 2030 koploper kringlooplandbouw is. Deze doelstelling is ambitieus en zal van boeren veel vragen. Daarom adviseert de Rli een aanpak waarmee stapsgewijs voortgang wordt geboekt. Zie ook de infographic over Kringlooplandbouw.

Verschillende vormen van kringlooplandbouw

Het rapport over rapport over kringlooplandbouw in de praktijk van Jan Willem Erisman (Louis Bolk Instituut) en Frank Verhoeven (Boerenverstand) bevat een analyse van de kringlooplandbouw in Nederland.

Ze hebben onderzocht welke verschillende vormen van kringlooplandbouw in Nederland in de praktijk voorkomen en wat belemmeringen en succesfactoren zijn voor de kringlooplandbouw om zich verder te ontwikkelen. Deze rapporten zijn gebruikt voor het maken van het realisatieplan Kringloopvisie van LNV.

Advies Rli: gebruik puntensysteem

Boeren ontvangen in het nieuwe GLB minder directe inkomenssteun. Zij kunnen dat verlies compenseren door een beloning voor prestaties op gebied van klimaat en milieu. De RLI adviseert om een puntensysteem op te stellen, gericht op diverse aspecten van duurzaamheid waarvoor KPI’s worden vastgelegd (Kritische Prestatie Indicatoren).

Door de betalingen te koppelen aan steeds hogere prestaties op het vlak van klimaat en milieu kunnen boeren de omslag naar kringlooplandbouw geleidelijk inpassen in hun bedrijfsstrategie.

Investeringen voor duurzaam plattelandsbeleid op peil houden

De Rli adviseert ook om het budget voor het plattelandsbeleid op minimaal het huidige peil (POP3) te houden en waar nodig te verhogen met het oog op investeringen voor klimaat en milieu.

Dit budget is nodig om de omslag naar kringlooplandbouw te ondersteunen. Bijvoorbeeld door kennis uit te wisselen, experimenten te doen en praktijkervaringen te delen op het gebied van bodemverbetering, biodiversiteit en klimaatverandering.

Daarnaast is het van belang dat dit geld beschikbaar blijft om boeren te belonen voor publieke diensten die zij verrichten voor het agrarisch natuur- en waterbeheer.

Kringlooplandbouw in de praktijk: analyse en aanbevelingen voor beleid

Jan Willem Erisman van het Louis Bolk Instituut en Frank Verhoeven van Boerenverstand hebben op verzoek van LNV een analyse gemaakt van de kringlooplandbouw in Nederland. Ze hebben onderzocht welke verschillende vormen van kringlooplandbouw in Nederland in de praktijk voorkomen en wat belemmeringen en succesfactoren zijn voor de kringlooplandbouw om zich verder te ontwikkelen.

Kringlooplandbouw is in deze studie gedefinieerd als het optimaliseren van het bedrijfsrendement door zoveel mogelijk gebruik makend van eigen resources in evenwicht en met respect voor de natuurlijke omgeving. Vanuit de praktijk zijn de schrijvers tot een aantal bedrijfstyperingen gekomen en ze hebben gekeken hoe deze groepen scoren op de principes van kringlooplandbouw.

Bedrijfstyperingen en POP3

Hieronder zijn de bedrijfstypen beschreven en zijn voorbeelden van POP3 projecten toegevoegd.

Ruimte benutten en gemiddelde landbouwpraktijk (75%)

Boeren die opereren binnen de wet- en regelgeving en de adviezen volgen van de erfbetreders, belangenorganisaties en collega boeren. Voeren hier en daar onderdelen door van kringlooplandbouw, maar niet extreem. Soms zijn ze zwaar gefinancierd door banken en moeten ze doorgroeien om de stijgende kosten op te kunnen vangen

Met de POP3 Jonge Landbouwers-regeling wordt deze groep ondersteund om het bedrijf met subsidie te verduurzamen.

Productie en natuur (10%)

Bedrijven die waar mogelijk combinaties met natuur maken, zoals randenbeheer of het gebruik van slecht producerende hectares voor natuurontwikkeling. Productie blijft het hoofddoel en daarmee wijken deze boeren niet af van de Gemiddelde landbouwpraktijk boeren. Zij halen extra inkomen uit de Agrarisch Natuurbeheer subsidies.

Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLB) is ook een onderdeel van POP3. De collectieve aanpak van deze regeling wordt in 41 gebieden over heel Nederland uitgevoerd. ANLB gaat uit van effectief en efficiënt agrarisch natuurbeheer en heeft een gebiedsgerichte aanpak.

De leefgebiedenbenadering staat hierbij centraal. Dat betekent het creëren en in stand houden van een leefgebied voor soorten die vergelijkbaar beheer vraagt.

Hoogst efficiënt (5%)

Deze boeren gebruiken kengetallen en precisie technieken om te sturen op zo hoog mogelijke efficiëntie van de productie (output) t.o.v. de inputs; zoals zo weinig mogelijk broeikasgasemissie per liter melk.

Hier wordt vaak technologie ingezet om kringlopen zoveel mogelijk te sluiten. Functionele agrobiodiversiteit is vaak geen hoofdonderdeel van de bedrijfsvoering.

Het POP3 Innovatieproject Basispakket Precisielandbouw in Drenthe signaleert dat het voor veel agrariërs lastig is om de ontwikkelingen op het gebied van precisielandbouw bij te houden. Met dit project wordt een basispakket precisielandbouw ontwikkeld waar ook de volgers mee aan de slag kunnen.

Maximale benutting eigen resources (5%)

Deze boeren maximaliseren de inzet van eigen resources en de omgeving van het bedrijf. Integraal sturen op duurzaamheid met een lage kosten bedrijfsvoering, gepaard gaande met een bewust gebruik van eigen resources, goede benutting functionele biodiversiteit (natuur-inclusief) en hogere marges mede door een meer divers pakket aan producten en diensten.

Een POP3 project in de Kromme Rijnstreek onderzoekt of spuiwater uit luchtwassystemen in de varkenshouderij is te gebruiken in de fruitteelt. Er wordt o.a. gekeken naar de bemestende waarde, de invloed op onkruid onder de bomen en op de bestrijding van de oorworm.

Natuurboeren (5%)

Deze boeren werken binnen de grenzen van de natuurkwaliteit aan productie van voedsel. De realisatie van natuurdoelen wordt vaak gecompenseerd door afwaardering van de grond of lagere pacht, waardoor bedrijfsrendement mogelijk is. Voedselbossen is een ontwikkeling die hierbinnen past.

In het LEADER-project “Ontwikkeling van een educatief Voedselbos” in Zeeuws Vlaanderen wordt aan collega-landbouwers en aan een breed publiek getoond hoe lokaal voedsel met behulp van de natuur kan worden geproduceerd.