Samenwerking akkerbouw en veehouderij voor kringlooplandbouw
“Ik ben al vanaf mijn studie bezig met mixed farming systems. Het thema popt regelmatig op in een ander jasje. Het ideaal van het gemengde bedrijf komt dan telkens boven. Nu dus weer in het kader van kringlooplandbouw. Het is wel grappig hoe dat werkt,” aldus Pieter de Wolf, onderzoeker bij Wageningen Plant Research in Lelystad.
De samenwerking tussen akkerbouw- en veeteeltbedrijven, om kringlooplandbouw te verbeteren, is een actueel thema. Het wordt genoemd in de visie ‘Waardevol en verbonden’ van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In diverse pilotprojecten wordt momenteel onderzoek gedaan naar de waarde van die samenwerking voor het sluiten van kringlopen. De Wolf is deskundige op dit gebied. Hij was een van de deelnemers aan de Focus Group Mixed Farming Systems die in 2017 haar resultaten publiceerde. Het Regiebureau POP gaat met hem in gesprek.
Focus Group
In de Europese Unie (EU) zijn er regio’s met veel intensieve veehouderij, zoals Bretagne en Brabant. Zij kampen daarbij met grote milieuproblemen en een kwetsbare economie. Dat was voor de EU een reden om te kijken of het gemengde bedrijf hier een oplossing voor kan bieden. De Focus Group Mixed Farming Systems werd hiervoor ingesteld.
De Wolf: “De opdracht van de Focus Group richtte zich vooral op het terugbrengen van het gemengde bedrijf en minder op de samenwerking tussen gespecialiseerde bedrijven. Het aantal gemengde bedrijven in de EU neemt steeds verder af. Ik vond het merkwaardig om juist op zo’n slinkende groep te focussen en niet op de samenwerking tussen bedrijven. Daarom heb ik ook bijgedragen aan een mini-paper om hiervoor meer aandacht te krijgen. De conclusie van die mini-paper was dat specialisatie veel voordelen biedt. Je kunt niet ontspecialiseren zonder grote economische gevolgen. Dat is qua kennis en financiën bijna een soort zelfmoord voor je bedrijf.”
Akkerbouwers en veehouders ruilen grond
Op dit moment wordt in Nederland al op grote schaal grond geruild tussen plantentelers en veehouders. Bollentelers, pootgoed- en aardappeltelers hebben behoefte aan schone grond, vrij van ziekteverwekkers en huren of ruilen dan land met veehouders en soms ook met elkaar. “Daar bestaat het gemengde bedrijf in feite al, maar dan met meerdere bedrijven. De samenwerking blijft echter in het systeem van de overheid onzichtbaar. Je ziet daar niet het volledige bouwplan, omdat een deel van het bouwplan op naam van de veehouder staat en een deel op naam van de akkerbouwer.”
Kringlooptoets
Naast het gemengde bedrijf is er ook veel aandacht voor kringloopsluiting op regionale schaal. In het PPS-project Kringlooptoets 2.0 is een methodiek ontwikkeld om inzicht te krijgen hoe kringlopen zo goed mogelijk gesloten kunnen worden. “De kringlooptoets geeft een systeemanalyse van alle elementen in de kringloop. Dus met bodem, teelt, industrie, consumenten etc. Als je aan een knop in het systeem draait, heeft dit gevolgen voor alle onderdelen. De vragen die uit de Kringlooptoets naar voren komen vind ik heel waardevol. Bijvoorbeeld over de gevolgen van mest-schaarste voor de kringloop. Daar is nog nauwelijks over nagedacht. Die vraag hebben we ons 50 jaar niet hoeven te stellen. Als veehouders hun mest op grote schaal op eigen grond gebruiken, komt dat niet meer naar een groot akkerbouwgebied als Flevoland. Hoe los je dat met elkaar op?”
Het lek van de consument
Het grootste lek in de kringloop zit volgens de Wolf in datgene wat je afvoert aan producten naar de consument. “Daarvan komt nauwelijks iets terug in de landbouw. Je hebt dus externe aanvoer nodig, dat is voor een deel mest en voor een deel kunstmest. Wat mij betreft zou de focus van kringlooplandbouw moeten liggen op het terughalen van nutriënten uit de menselijke kringloop. In nieuwe woonwijken zou je ervoor moeten zorgen dat je de nutriënten terugwint. De technische problemen van de terugwinning kan je goed regelen bij nieuwbouw. Het is heel lastig om dat in bestaande wijken op te lossen.”
Meer veehouderij in akkerbouwgebieden
Er zijn typische akkerbouwgebieden in Nederland met weinig veehouderij. “In lijn met het ontwerp van de Boerderij van de Toekomst in Lelystad passen er best wel wat dieren in het systeem. In de akkerbouw produceer je plantaardige reststromen, die goed bruikbaar zijn in de veehouderij. En de mest van de veehouderij kan in de akkerbouw worden gebruikt. Dan moet je dus goed nadenken over hoe je dat organiseert.”
Key Performance Indicators (KPI’s)
In het kader van de ecoregelingen in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) worden KPI’s geformuleerd. Deze worden geformuleerd op bedrijfsniveau, wat niet goed uitpakt voor bedrijven die grond ruilen. “In de akkerbouw wordt gestimuleerd om het aandeel rustgewassen te laten toenemen. Bij samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij staan de rustgewassen vaak op naam van de veehouder. En de zuivelindustrie gaat gestuurd worden op permanent grasland. Deze ontwikkelingen zijn niet gunstig voor de samenwerking veehouderij – akkerbouw. Bedrijven die grond ruilen worden gestraft voor wat ze in feite al doen. Daar zou je een oplossing voor moeten vinden.”
Pilots samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij
In de experimenteergebieden Kringlooplandbouw lopen 6 pilots Samenwerking Akkerbouw en Veehouderij. Daarnaast zijn er 3 GLB-pilots gestart rond de samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij in de regio. “Je zou in de pilots moeten kijken hoe de deelnemende bedrijven niet alleen individueel, maar ook gezamenlijk scoren op de KPI’s. De vraag is of de voorgestelde KPI’s dan voldoen.”
Wat betreft de kennisuitwisseling tussen de projecten zegt de Wolf: “De projectleiders van de projecten die met samenwerking bezig zijn zou je eens bij elkaar moeten halen om te praten over wat het doel is van mixed farming systems in het kader van kringlooplandbouw. Een andere vraag is hoe je de kringlopen en samenwerkingsverbanden zo vormgeeft dat ze echt bijdragen aan de doelen van kringlooplandbouw. Ik werk er graag aan mee om met de projectleiders kennis uit te wisselen.”