Geïntegreerde gewasbescherming is complexe puzzel met ontbrekende stukjes
Geïntegreerde gewasbescherming is complex en kennisintensief. Met beschikbare kennis, techniek en middelen is het nu nog ondoenlijk om rendabele teelten te realiseren. Er ontbreken puzzelstukjes en telers hebben ondersteuning nodig om de puzzel steeds opnieuw te leggen. Dit beeld was een gedeelde conclusie bij de Netwerkbijeenkomst Plantgezondheid.
BO Akkerbouw, Topsector Agri & Food en Regiebureau POP organiseerden de bijeenkomst met als thema ‘Geïntegreerde gewasbescherming in de versnelling’. Hierbij kwamen, 7 oktober 2022, meer dan 65 onderzoekers, adviseurs, projectleiders en (beleids)medewerkers en bestuurders van brancheorganisaties en overheden bijeen in De Schakel te Nijkerk.
Inspelen op bijzondere situaties
Kyra Broeders (Glastuinbouw Nederland) schetste beleidsontwikkelingen, die met de Farm to Fork strategie en het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 op telers afkomen. “Dit stelt ons voor grote uitdagingen, zeker als er verplichtende voorschriften in de wet komen. Kunnen telers dan met hun geïntegreerde gewasbescherming nog inspelen op bijzondere situaties gedurende de teelt? Kijk naar de aanpassing van teeltstrategieën die glastuinders nu doorvoeren om energie te besparen. Dit heeft impact op het gewas (meer schimmels) en op natuurlijke bestrijders (die trager hun werk doen).”
Kleine stapjes in plaats van harde klap
Marleen Riemens (WUR) toonde een werkwijze voor geïntegreerde gewasbescherming (of Integrated Crop Management, ICM), die op basis van meerjarig onderzoek is uitgewerkt. “Onkruid, ziekten of plagen met een ‘harde klap’ via chemische middelen uitschakelen lukt niet meer. Het zal via kleine stapjes moeten, met een integrale aanpak. Dat vergt nieuwe kennis. Deels is terug te grijpen op juist heel oude kennis.” Bij die aanpak steunt de teler op adviseurs, stelde Gera van Os (Aeres Hogeschool). “Veel kennis wordt versnipperd aangeboden. Telers hebben maatwerk nodig. Ze zullen voor de benodigde kennis een team van adviseurs inschakelen die ze vertrouwen.”
Niet alles lukt
Wouter Mooij (adviseur gewasbescherming kasteelten), Roy Michielsen (biologisch akkerbouwer) en Joop Vedelaar (gangbare akkerbouwer) vertelden over hun ervaring met geïntegreerde gewasbescherming. Zo’n systeemaanpak biedt vaak onvoldoende soelaas om teeltrisico’s te ondervangen zonder opbrengst- of kwaliteitsverlies. Bij bekende ziekten en plagen neemt de infectiedruk toe; nieuwe ziekten en plagen dienen zich aan. Het kost tijd om de systeemaanpak op te bouwen en de werking van nieuwe ‘producten’ (biostimulanten en biocontrol) te begrijpen en in te passen. Niet alles lukt. Terwijl minder is terug te grijpen op chemie als correctiemiddel.
Relaties rond telers
De ICM-puzzel moet steeds opnieuw worden gelegd, bleek ook bij het middagprogramma. Daar werden vier thema’s uitgediept en beoordeeld. Bij het thema ‘Advies’ luidde de conclusie dat het raadzaam is relaties rondom telers te verbinden en te versterken. Telers zullen – samen met adviseurs – nieuwe (teelt)risico’s moeten ervaren en leren beheersen. Het is raadzaam dat het netwerk rond de teler zich hierbij conformeert aan één format voor de ICM-aanpak. Bij het thema ‘Biocontrol’ werd benadrukt dat monitoring belangrijker wordt: zowel gericht op ziekte- en plaagontwikkeling als op werking van deze groep gewasbeschermingsmiddelen. Belangrijk is ook de afzetketen te betrekken. Producten ‘met een plekje’ zullen vaker voorkomen én moeten geaccepteerd worden door afnemers en consumenten.
BOS’en, tools en techniek
De afzet, en dan gericht op een fair price voor de ICM-teler, kwam ook bij het thema ‘Beslissingsondersteunende systemen en tools’ op tafel. Deze hulpmiddelen zijn nooit uitontwikkeld. Ook hier geldt dat continu aanpassingen op veranderingen nodig zijn. Andere type middelen hebben direct impact op het teeltsysteem en dat grijpt weer in op de puzzel, zo klonk eveneens bij ‘Techniek’. Om dit thema bij te laten dragen aan een versnelling van de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming werd gepleit voor een apart uitvoeringsprogramma voor precisietechnieken.