Monitoring en evaluatie GLB-NSP

De Europese Commissie wil met het programma Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) meer inzetten op het behalen van prestaties dan in het vorige Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) het geval was. Waar het behalen van doelstellingen in POP3 vooral gekoppeld was aan de besteding van het budget, wordt er in het GLB-NSP gekeken naar output, resultaat en impact. Bijvoorbeeld een minimaal aantal projecten dat in jaar X moet zijn gestart, of een percentage aan boeren dat deelneemt aan een regeling.  

De lidstaat is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de monitoring en evaluatie van het GLB-NSP. Hieronder een toelichting van de stand van zaken op dit thema.

Werkgroep MEI

In 2022 is de werkgroep Monitoring, Evaluatie en Indicatoren (MEI) van start gegaan. In de werkgroep nemen vertegenwoordigers van Rijk, provincies, waterschappen en RVO deel, naast de Regieorganisatie GLB als secretaris van het overleg. Van de stuurgroep GLB-NSP heeft de werkgroep de opdracht gekregen om de monitoring en evaluatie van het GLB-NSP handen en voeten te gaan geven.   

Handboek monitoring en evaluatie GLB-NSP

Om duidelijkheid te verkrijgen over de minimale eisen die de Europese Commissie stelt aan de monitoring en evaluatie van het GLB-NSP, heeft de Regieorganisatie GLB aan adviesbureau Ecorys de opdracht gegeven een handboek op te stellen, waarin wordt weergegeven welke Europese verplichtingen de lidstaten hebben. Dit handboek is eind januari 2023 definitief opgeleverd.

In het handboek staan enkele onderdelen die verdere uitwerking behoeven, zoals het evaluatieplan, de koppeling van het GLB-NSP met (lopend) provinciaal en nationaal beleid en monitoringsevaluatie voor specifieke interventies zoals LEADER en EIP. In samenspraak met de werkgroep MEI worden deze acties opgepakt.

Evaluatieplan

Het opstellen van een goed evaluatieplan is een stevige klus, die veel denkwerk en samenwerking met de juiste partijen vergt. De Regieorganisatie GLB gaat deze opdracht uitbesteden aan een adviesbureau. Samen met de werkgroep MEI worden de randvoorwaarden en minimale invulling van de opdracht uitgewerkt. Daarna zal de Regieorganisatie GLB de opdracht zo snel mogelijk in de markt zetten.

Koppeling GLB-NSP en NPLG

Het GLB-NSP heeft in de doelstellingen een link met andere nationale en provinciale beleidsterreinen, zoals water, biodiversiteit, klimaat en bodem (bijvoorbeeld stikstof, NPLG, Kaderrichtlijn Water). De inzet is om zoveel mogelijk gebruik te maken van data die al wordt verzameld en aan te sluiten bij monitoring en evaluatie op de verschillende beleidsterreinen. Aan de ene kant wordt op die manier efficiënt gebruik gemaakt van data en middelen, aan de andere kant wordt een dubbele uitvraag aan data zoveel mogelijk voorkómen. 

De Regieorganisatie GLB heeft op regelmatige basis gesprekken met het team van NPLG om de monitoring en evaluatie zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en waar mogelijk samen op te trekken.

Monitoring en evaluatie van het GLB-NSP: hoe en wat?

De Europese Commissie heeft met Nederland afgesproken hoe Nederland een bijdrage zal gaan leveren aan de 10 doelstellingen van het GLB-NSP.

Jaarlijkse monitoring en evaluatie: APR

De Europese Commissie verwacht jaarlijks een verslag over de voortgang van het programma. Dit Annual Performance Report (APR) zal door RVO worden opgesteld en gestuurd aan de Commissie, en bevat de stand van zaken over de output- en resultaatindicatoren die zijn opgenomen in het programma. De Regieorganisatie GLB zal duiding geven bij deze cijfers; wat ging er goed, wat bleef achter en waarom? Ook zal de Regieorganisatie een jaarlijkse update geven over evaluaties die zijn uitgevoerd.

Evaluatieplan

De output- en resultaatindicatoren geven een beeld over de voortgang van het programma en wat er wordt bereikt, maar laten nog niet zien wat het effect van de inspanningen op de doelen is. Daarom stelt de Europese Commissie verplicht dat er binnen een jaar na goedkeuring van het GLB-NSP een evaluatieplan moet worden voorgelegd aan het Monitoringcomité. Dit evaluatieplan zal antwoord moeten geven op de impact die de interventies op de doelstellingen hebben, bijvoorbeeld als het gaat om biodiversiteit of bodemkwaliteit. Het evaluatieplan heeft voorgeschreven onderdelen en een aantal evaluatievragen is al verplicht gesteld. Daarnaast krijgt de lidstaat ruimte om het evaluatieplan naar eigen inzicht en behoefte vorm te geven.