Veerkrachtige landbouw: balans tussen overheid, boer en markt
Wat is veerkrachtige landbouw? Daarover gingen de 24-jarige Gerben Boom, akkerbouwer én dagelijks bestuurslid van agrarische jongerenorganisatie NAJK, en Annette Pancras, plaatsvervangend directeur van de Regieorganisatie GLB, met elkaar in gesprek. Dit naar aanleiding van de vierde Werkplaats Netwerk Platteland van 15 november. “Ik hoop dat het GLB-systeem in de volgende periode ongeveer gelijk blijft.”
Consistente overheid
“Landbouw blíjft gezien worden als onmisbaar voor de toekomst, voor de voedselvoorziening”. Dat werd dit jaar onderstreept in de strategische dialoog van de Europese Commissie, met Europese landbouwers, commerciële en maatschappelijke partijen op uitnodiging van de Europese Commissie”, trapt Annette af. “Dat moet dan wel veerkrachtige landbouw zijn. In mijn optiek betekent dat een veerkrachtig economisch systeem. Plus een veerkrachtig teeltsysteem dat zich kan aanpassen aan klimaatveranderingen en duurzaamheid. Plus veerkrachtige mensen, die toekomstige uitdagingen en kansen aankunnen.”
“Voor mij is een goed economisch verdienmodel inderdaad ook de eerste pijler. Daarvoor is een consistente overheid nodig. Het moet duidelijk zijn wat de overheid van boeren verwacht naast voedselproductie. En die verwachtingen moeten voor langere tijd stabiel zijn. Wil Europa meer vezelgewassen? Prima, maar daar hoort bij: de tijd die nodig is om bijvoorbeeld machines en een afzetketen te ontwikkelen voor die gewassen mét een renderend saldo. Is dat het geval? Dan kunnen boeren snel meebewegen en dus veerkracht tonen”, zegt Gerben.
Kan de overheid die consistentie bieden? Annette: “Over zo’n tachtig procent van het beleid is iedereen het wel eens: we willen een toekomstgericht voedselsysteem en duurzaamheid is daar een onderdeel van. Het huidige GLB heeft dat in zich en dat beleid geldt voor vijf jaar. Ik hoop dat het GLB vanaf 2028 geen grote systeemwijzigingen met zich meebrengt. We zien namelijk een grote bereidheid om mee te doen met het GLB, waardoor er stappen worden gezet naar een duurzame landbouw.”
Gerben beaamt: “De logica van de huidige GLB-opzet is inderdaad goed. Maar administratieve complexiteit en de wispelturigheid in de eco-regelingen zorgen ervoor dat er nog veel werk aan de winkel is.”
Consequent tarief
Dat brengt hem bij de tweede pijler: de financiering van veerkrachtige landbouw. Gerben: “Wees consequent in je vergoeding en toekenning van punten voor eco-regelingen. En zorg ervoor dat informatie hierover op tijd gecommuniceerd wordt. Als ondernemer moet je weten waar je aan toe bent als je besluit om maatregelen door te voeren op je bedrijf. Dan helpt het niet als je pas maanden nadat de kosten zijn gemaakt, weet wat de vergoedingen zijn. Er zijn weinig onderwerpen waarover ik meer belletjes krijg van leden.”
Annette: “We zoeken inderdaad soms nog naar het hoe. We zijn daarbij afhankelijk van wat er vanuit Europa mogelijk is. Toch kunnen we de eco-regelingen al een succes noemen: iedereen ziet ze als een fijn instrument om meer duurzaamheid te realiseren. Dat helpt om hiermee in de toekomst door te gaan. Het beleid is er ook zeker op gericht om betrouwbaar te zijn in de uitbetaling, ook als meer boeren meedoen dan verwacht.”
Technische innovatie
Als derde pijler noemt Gerben de manier waarop je landbouw bedrijft. “Op dit moment zet de sector heel sterk in op teelten versterken, zoals ook beschreven stond in het hoofdstuk ‘Weerbare teelten’ van het landbouwakkoord. Dat versterken kan bijvoorbeeld door te selecteren op rassen die beter tegen ziektes kunnen of door de kwaliteit en weerbaarheid van de grond te verbeteren. En door opnieuw na te denken over bijvoorbeeld gewasrotatie en groenbemesters.”
Ook Annette noemde dat veerkrachtige teeltsysteem al: “Jonge boeren krijgen te maken met toekomstige maar ook huidige klimaatomstandigheden waaraan ze hun gewas en teeltmethoden zullen moeten aanpassen. Het GLB biedt mogelijkheden om hen te ondersteunen om technische innovaties te ontwikkelen. En om kennis met elkaar uit te wisselen over wat wel of niet werkt.”
Regelingen jonge boeren
Ze wijst op de speciale regelingen voor jonge boeren in het GLB. Annette: “Juist bij opvolging in het bedrijf wordt vaak een nieuwe richting ingeslagen. Deze regelingen helpen daarbij.”
Gerben: “We zijn blij dat er in het GLB specifiek aandacht is voor jonge boeren. Bij de overname van een bedrijf krijg je te maken met grote uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld financiering en investeringskapitaal. Regelingen die de overname makkelijker maken zijn dan natuurlijk altijd welkom. Maar de basis van een vitaal bedrijf wordt gevormd door goede randvoorwaarden: consequente beloningen, een consistente overheid en een duidelijke toekomstvisie.”
Keuzes in de veehouderij
Gerben vervolgt: “De veehouderij staat op een andere manier onder druk dan de plantaardige sector. Als je alle eisen aan de veehouderij over elkaar heen legt, wordt duidelijk dat die elkaar in de weg zitten. Dierenwelzijn, met maatregelen zoals vrije uitloop en stofbaden, vallen niet altijd te combineren met reductie van fijnstof en het voorkomen van ziekte-overdracht van dier op mens. Je kunt kiezen voor een middenweg en van alles een beetje te doen op alle bedrijven. Óf je geeft de vrijheid aan ondernemers om zelf keuzes te maken, waarbij de ene ondernemer kiest voor stikstofefficiëntie en de andere ondernemer alle kaarten zet op dierenwelzijn. Hiermee zet je ondernemers in hun kracht en ben ik ervan overtuigd dat we verder komen in het behalen van de maatschappelijke doelen.”
Balans tussen subsidie en eerlijke prijs
De vraag is of die keuzeruimte voor veehouders er is. Annette: “De diversiteit in de landbouw zal inderdaad groter worden, onder meer afhankelijk van het gebied waar je boert en je eigen ambities. Dit strekt zich overigens uit buiten het GLB. Het is een maatschappelijke discussie. Bepalend is ook waar de markt voor wil betalen. Want steun van de overheid is één, maar ook de markt zal een eerlijke prijs moeten betalen.”
Gerben: “Marktpartijen zijn zich daarvan al bewust. Je ziet in supermarkten alleen nog maar verse kip met een Beter Leven 1 ster. Dat is een stap richting betalen voor dierenwelzijn in de veehouderij. In de kern moeten overheidssubsidies, zoals die vanuit het GLB, een overbrugging zijn naar de situatie waarin de markt gaat betalen voor de maatschappelijke opgaven van biodiversiteit en dierenwelzijn.”
Annette: “Ja, zo kun je het zien. Maar je kunt het ook betaling noemen voor maatschappelijke diensten. Daar kun je belastinggeld voor uittrekken, of je kunt het doorrekenen in de marktprijs. Maar ik ben het er helemaal mee eens dat de verhouding tussen betaling door de overheid en de markt meer in balans moet komen.”
Benieuwd naar de terugblik op de Werkplaats op 15 november? Kijk dan op deze pagina.