‘De Werkplaats moet deelnemers praktische handvatten bieden voor kennis en innovatie.'
Evelien Drenth werkt sinds 2022 bij LTO als strategisch beleidsadviseur voor de akkerbouw- en vollegrondsgroentesector. Voorafgaand aan haar loopbaan bij LTO heeft Evelien diverse studies afgerond, waaronder de Bachelor Tuin- en Akkerbouw, de Bachelor Docent Groen Onderwijs en de Master Agribusiness Development. Op 23 mei staat tijdens de vijfde Werkplaats Netwerk Platteland het thema ‘Klimaatverandering als kans voor landbouw & natuur?’ centraal. Sinds kort is Evelien onderdeel van het kernteam Werkplaats Netwerk Platteland.
Evelien: “Binnen LTO ben ik actief betrokken bij belangrijke dossiers zoals waterkwaliteit, het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en plantgezondheid. Ik volg actualiteiten op deze thema’s, ontwikkel standpunten samen met bestuurders en breng mijn expertise in bij landelijke overleggen met stakeholders en samenwerkingspartners. In mijn werk fungeer ik als schakel tussen politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en de behoeften van onze leden: akkerbouwers en vollegrondsgroentetelers. De ervaring die ik hierin opdoe, kan ook van waarde zijn voor het kernteam.”
Volop kansen
“Het stimuleren van kennis en innovatie is een essentieel onderdeel van het GLB. Werkplaatsen bieden hier mooie kansen voor. Dat vraagt van ons als kernteam telkens weer dat we een inspirerend en uitdagend programma moeten ontwikkelen, waardoor deelnemers naar huis gaan met gevoel dat ze er echt iets aan gehad hebben. Daarnaast hebben telers en stakeholders behoefte aan heldere informatievoorziening over het GLB; de regelgeving wordt steeds complexer. Ook hier zie ik kansen voor de Werkplaats om een ondersteunende rol te spelen.’’
Praktische handvatten
“Hoewel ik net ben gestart, hoop ik dat de Werkplaats ook voor de lange termijn een concreet instrument is. Een instrument dat deelnemers echt praktische handvatten biedt om met nieuwe kennis en innovatie aan de slag te gaan. Mijn ambitie is om ervoor te zorgen dat we niet te abstract blijven. Maar dat we juist de diepgang en toepasbaarheid kunnen bieden die nodig zijn voor daadwerkelijke vooruitgang in de sector.”
