In gesprek met de boer over mais
“Wij hebben als projectteam de focus om zowel vooruitstrevend te zijn als realistisch. Een project moet namelijk wel aanslaan.” Aan het woord is Jacqueline Ulen, een van de leden van het projectteam rond het POP3-demonstratieproject ‘Grondig boeren met mais’.
Het projectteam organiseerde op 25 juni jl. op de Limburgse zandgrond de themabijeenkomst Drijfmest rijenbemesting in mais. Een dag over mais, ruitzaai en drijfmestrijenbemesting. Centraal stond de vraag: hoe pakken de verschillende bemestings- en zaaimethodes uit in de praktijk?
Dicht bij praktijk blijven
Grondig boeren met mais loopt nu voor het derde jaar in Brabant en het tweede jaar in Limburg en is indertijd gestart in de provincie Drenthe. Het doel van het project is: laten zien hoe een rendabele maisteelt met aandacht voor de bodem behouden kan blijven.
Aandacht voor uitspoeling is hierbij een belangrijke pijler. Ulen vervolgt: “Het loont om dicht bij de opdracht te blijven en heel goed te kijken naar de vragen in de praktijk en zo te bepalen wat op het moment zinvol is om te doen. Welke vragen leven onbewust, welke aannames maken deelnemers? Als het te ver gaat afstaan van de praktijk, dan bereik je je doel niet.”
Resultaten beproeven
Op verschillende manieren worden de resultaten van onderzoek beproeft in de praktijk. De basis vormen de systeemdemonstratie, de detaildemonstraties en de satellietbedrijven. Deze laatste zijn ondernemers met een specifieke vraag voor hun eigen bedrijf. Vanuit deze vraag wordt een demo uitgerold op het eigen bedrijf en zo praktijkervaring opgedaan.
Nieuwsbrieven voor naamsbekendheid
De eerste zorg van het projectteam was naamsbekendheid. Diverse kanalen zijn ingezet om de bekendheid onder maistelers van het project te vergroten. Vervolgens is de mogelijkheid geboden om het project te volgen. Dit gebeurt via een nieuwsbrief, waarin de uitkomsten van de demonstraties worden gedeeld. Zo ontvangen in Brabant 500 en in Limburg 150 mensen de nieuwsbrief.
Wetgeving versus keuzevrijheid
Soms wordt een project ingehaald door wetgeving. Sinds dit jaar is het verplicht vóór 1 oktober het vanggewas in te zaaien, mits onderzaai toegepast wordt. Vanaf 2021 geldt aanvullend een verplichte rijenbemesting in mais op zand- en lössgronden. Dit zorgt voor een spanningsveld binnen het project. Er wordt gemopperd op de overheid: “Ze (de overheid) weten niet waar ze het over hebben.”
De ervaring is dat als mensen uit eigen beweging iets doen en zij er zelf iets in zien, zij dit ook goed willen doen. Deze keuzevrijheid is belangrijk om tot duurzame verandering te komen. “Met dit spanningsveld moet je omgaan binnen het project, daar staat tegenover dat door wetgeving mensen wel in beweging worden gezet.”
“Dit is nog eens een leerzame bijeenkomst"
Dat is het grootste compliment dat Jacqueline kan krijgen na een bijeenkomst. Je kunt wel een verhaal vertellen, maar Jacqueline wordt blij als ze merkt dat ondernemers tot nieuwe inzichten komen. Je hebt dan echt contact gemaakt en ze kunnen aan de slag op hun eigen bedrijf.
Tijdens bijeenkomsten wordt er gebruikgemaakt van de kennis in het netwerk. Kennis uit de projecten ‘PPS beter bodembeheer’ en ‘Ruwvoer en bodem’ wordt ingebracht. Zo wordt er ook een link gelegd met het Limburgse project ‘Waardenetwerk stikstof strikken’. De kruisbestuiving tussen verschillende projecten geeft meerwaarde.
Voeren van het goede gesprek
“Niet alle bijeenkomsten zijn zo druk bezocht als de bijeenkomst op 25 juni. Bij de satellietbedrijven is de opkomst soms wat minder. De percelen waar de proeven liggen zijn aangegeven met borden. De buurboeren komen misschien niet altijd kijken tijdens een bijeenkomst op een satellietbedrijf, maar reken er maar op dat ze het volgen,” aldus John Verhoeven, de projectleider.