562 miljoen beschikbaar voor verlenging POP3

Het Plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 wordt met twee jaar verlengd. Dit POP3+ geldt totdat de nieuwe GLB periode  ingaat in 2023. Hieraan gekoppeld komt ook een budget beschikbaar voor de landbouw vanuit het Europese Herstelfonds.

In POP3+ komt de focus onder meer te liggen op de thema’s klimaat, biodiversiteit en kringlooplandbouw (inclusief stikstof).

Totaal beschikbaar budget POP3+

In totaal is er voor het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) in 2021 en 2022 circa € 562 miljoen beschikbaar, waarvan € 342 miljoen afkomstig is uit Brussel. Dat budget is opgebouwd vanuit het reguliere budget uit het Meerjarig Financieel Kader, een nationale overheveling van budget van GLB pijler 1 naar pijler 2 het POP en het Europese herstelfonds. De resterende € 220 miljoen is afkomstig van provincies, waterschappen en het Rijk.

Openstellingen

De POP3+ middelen komen beschikbaar via de gebruikelijke openstellingen. De provincies hebben al diverse regelingen in voorbereiding die vanaf 1 april 2021 worden opengesteld. Daarnaast zal het Rijk zorgen voor openstellingen voor onder meer de brede weersverzekering, de GLB-pilots, en enkele knelsectoren. Nader informatie hierover is te vinden via de subsidieloketten op de website van de provincies en de RVO.

Herstelfonds Landbouw voor Coronacrisis

Landbouwbedrijven zijn geraakt door de uitbraak van het coronavirus COVID-19. Om hen te ondersteunen heeft de Europese Commissie een deel van het Europees Herstelfonds vrijgemaakt voor de landbouw. Vanuit dit herstelfonds zal Nederland voor de komende twee jaar  € 52,4 miljoen krijgen voor de plattelandsontwikkeling en met name duurzaam economisch herstel. In 2021 komt er € 15,5 miljoen beschikbaar, in 2022 zal dit € 36,9 miljoen zijn.

Landelijke openstelling herstelmiddelen

Het geld vanuit het herstelfonds komt beschikbaar via een tweetal landelijke herstel regelingen: Investeringsregeling Groen-economisch herstel en de Samenwerkingsregeling Groen-economisch herstel. Een werkgroep onder leiding van het ministerie  van LNV gaat de komende maanden de regelingen uitwerken. Vanaf de tweede helft van 2021 zullen deze via LNV worden opengesteld.