De kern van LEADER is dat de initiatieven bottom-up komen. LEADER-projecten versterken de lokale gemeenschap en het netwerk in plattelandsgebieden.
Bewoners en ondernemers op het platteland hebben vaak hele goede ideeën over hoe hun gebied verder ontwikkeld kan worden. LEADER maakt het mogelijk dat dit soort ideeën van de grond kunnen komen. LEADER is een Europees subsidieprogramma dat dergelijke lokale initiatieven van inwoners, ondernemers en organisaties stimuleert en steunt. Zo is over de jaren heen de ‘’LEADER-familie’’ ontstaan, een grote groep enthousiaste mensen die door heel het land met enthousiasme werken aan LEADER.
Goede ideeën voor de ontwikkeling van een gebied
Bewoners en ondernemers zien welke kansen en uitdagingen er binnen een gebied zijn. Bijvoorbeeld kansen voor nieuwe economische activiteit. Of voor toerisme en recreatie. Kansen voor streekproducten en aandacht voor de lokale cultuur. Maar ook uitdagingen, zoals het versterken van de leefbaarheid. Of zorgen voor een duurzame leefomgeving. Er is heel veel mogelijk als je een gebied wilt ontwikkelen. Zeker als je je krachten weet te bundelen en er samen de schouders onder zet.
Nederland kent 31 LEADER-gebieden. In elk LEADER-gebied beoordeelt, adviseert en stimuleert een representatieve Lokale Actie Groep (LAG) van bewoners de subsidieaanvragen. Deze LAG maakt eerst een Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS), zodat inwoners weten welke plannen kans maken. De strategie wordt in samenspraak met inwoners opgesteld door de LAG en haar secretaris, de LEADER-coördinator.
De LEADER-werkwijze omvat een gestructureerde aanpak om lokale ontwikkelingsstrategieën te implementeren. Kernaspecten van de LEADER-aanpak zijn:
Lokale Actiegroepen (LAGs): De basis van LEADER ligt bij Lokale Actiegroepen, samengesteld uit vertegenwoordigers van lokale overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers. Deze LAGs zijn verantwoordelijk voor het identificeren van prioriteiten en het opstellen van een Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS).
Bottom-up besluitvorming: LEADER bevordert bottom-up besluitvorming, waarbij de lokale gemeenschappen inspraak hebben in de beslissingen die hun regio beïnvloeden. Dit zorgt voor meer betrokkenheid en draagvlak voor de voorgestelde ontwikkelingsprojecten.
Multisectorale samenwerking: LEADER moedigt multisectorale samenwerking aan door verschillende belanghebbenden bij elkaar te brengen. Dit kan leiden tot geïntegreerde en duurzame oplossingen voor regionale uitdagingen.
Financiële ondersteuning: Door financiële steun te bieden aan lokale projecten, faciliteert LEADER de uitvoering van concrete acties die passen binnen de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS).
LEADER (“Liaison Entre Actions de Développement de l’ Economie Rurale”) is een Europees programma. Dit maakt LEADER uniek. Doordat het programma door circa 2700 lokale actiegroepen in de gehele EU wordt uitgevoerd, is er samenwerking mogelijk tussen LEADER-gebieden en initiatieven in verschillende EU lidstaten. Zo kunnen inwoners van de hele EU kennis en ervaringen delen en elkaar versterken.
Hoe werkt LEADER?
LEADER-subsidie werkt via cofinanciering: naast de EU dragen gemeenten, provincies of waterschappen bij. Maar er moet ook worden bijgedragen door de lokale groepen zelf. Dat kan met geld, maar bijvoorbeeld ook met menskracht. Naast de subsidies voor projecten ondersteunen de provincies de LAG’s nog extra, zodat zij hun werk goed kunnen doen.